Historie van het vaarwater in het Westland

foto: Historisch Archief Westland

Vaarwater met een rijke geschiedenis

Vanaf de Romeinse tijd en de Middeleeuwen begon men steeds meer woest gebied in cultuur te brengen. Daartoe werden sloten gegraven, die allemaal aansloten en afwaterden op de vloedkreken Booma, Gantel, Lee en Gaag. Na twee grote overstromingen in de 12e eeuw kon men het land pas weer in cultuur brengen door het aanleggen van dijken. Eerst werden er langs de vloedkreken dijken aangelegd om zo het opstuwende vloedwater in te dammen. Dit bleek echter niet voldoende, waarna men de mondingen van de vloedkreken ging afsluiten (de Maasdijk). Zo ontstond er in het Westland een gesloten systeem. Het overtollige water kon dan via heulen of sluisen op de Maas geloosd worden als het eb was en het water in de rivier dus laag stond.

De vloedkreken werden getransformeerd tot boezemwater en kregen vanaf de 12de eeuw een nog belangrijkere rol in de Westlandse waterhuishouding. Ook konden ze vanaf deze tijd gebruikt worden als vaarweg en werden ze belangrijke transportverbindingen naar de stad en het achterland. Na de overstromingen moest het land teruggewonnen worden op het water. Het land werd ingepolderd, daarvoor werden dijken en kades aangelegd en werden sloten en kanalen gegraven. Naast de vier vloedkreken werden er grote ontginningssloten gegraven zoals de Holle en Lange Watering, de Rijner Watering, de Zwet en de Zijdes, die met de vloedkreken in verbinding stonden. De gehele Westlandse infrastructuur is bepaald door deze wateren, eerst veenstromen, later vloedkreken en toen boezemwater.

Het landschap en de infrastructuur zijn in grote lijnen tot 1970 intact gebleven. Sindsdien is er veel veranderd. In de jaren 1960 begon men met plannen maken voor de ontsluiting en reconstructie van glastuinbouwbedrijven. Het transport van tuinbouwproducten per schip en per spoor verdween uit het Westland. Al het transport moest nu via de weg en daarvoor moest het wegennet uitgebreid en verbeterd worden. Veel kleinere sloten werden gedempt en nieuwe wegen aangelegd. Gelukkig zijn de historische boezemwateren gespaard gebleven. Met de ‘verglazing’ van het Westland zijn ze nóg belangrijker geworden voor de afvoer van overtollig regenwater. En daarmee vormen ze een unieke mogelijkheid tot het maken van prachtige vaartochten, per boot, kano of roeiboot.