11 dorpskernen, 11 verschillende sferen
De 11 dorpskernen van het Westland (met een eigen verhaal en gezicht)
De gemeente Westland is op 1 januari 2004 ontstaan door een gemeentelijke herindeling waarbij de gemeenten De Lier, ‘s-Gravenzande (inclusief Heenweg), Monster (met de kernen Poeldijk en Ter Heijde), Naaldwijk (met de kernen Honselersdijk en Maasdijk) en Wateringen (inclusief Kwintsheul) werden samengevoegd. Westlanders voelen zich vaak sterk verbonden met hun eigen kern.
Naaldwijk
Uit onderzoek weten we dat de Romeinen hier een haven voor hun vloot hadden. Net ten westen van het dorp lag in die tijd ook een dorpje, maar de bewoners zijn, samen met de Romeinen, eind derde eeuw grotendeels vertrokken. De plaatsnaam Naaldwijk zien we voor het eerst in een document uit 1198. Vanaf de 12e eeuw is de ridderfamilie Van Naaldwijk heel belangrijk. De Heren van Naaldwijk bouwden de kerk aan het Wilhelminaplein en ook het daarachter gelegen Heilige Geesthofje, bedoeld voor armlastige ouderen. Samen met het de oude marktplaats (Het Wilhelminaplein) vormt dit een prachtige historisch ensemble.
's Gravenzande
’s-Gravenzande ontstond rond het jaar 1200 op een grote zandplaat, in de Maasdelta. In 1240 bouwde graaf Floris IV hier een klein kasteel. Zes jaar later gaf graaf Willem II de inwoners stadsrechten. In de middeleeuwen kreeg de stad een grote kerk, financieel mogelijk gemaakt door het bezoek van vele bedevaartgangers. De kerk stortte in 1809 in als gevolg van achterstallig onderhoud. Daarna werd hier de Dorpskerk gebouwd.
Al in de middeleeuwen werd op het plein elke week een markt gehouden. Naast het stadhuis stond sinds 1543 een herberg, de Spaansche Vloot. In de 17e eeuw bouwden rijke kooplieden meer dan twaalf buitenplaatsen. Ze legden er prachtige tuinen bij aan. De bekendste daarvan was Zuidwind.
De Lier
De geschiedenis van De Lier is bepaald door de ligging aan de rivier Liora ofwel de Lee. Door bedijking is deze kreek in de 12e eeuw ingetoomd. Hierdoor werd het land erachter geschikt voor landbouw. In 1245 mochten de Lierenaars een kerk bouwen. Sint Joris werd de beschermheilige.
De kerk werd op een stuk land tussen de Lee en de dijk gebouwd. Doordat de rivier weleens overstroomde, verzakte de kerktoren al snel. Tijdens de opstand tegen Spanje is de kerk afgebrand. Veel geld was er blijkbaar niet: de restauratie duurde bijna 100 jaar! De toren wordt ‘domtoren’ genoemd. Het is de enige kerktoren in het Westland zonder spits.
Monster
Monster heeft een rijke geschiedenis. Al voor de Romeinse tijd woonden mensen langs de kust. In de middeleeuwen stond aan de Madeweg het kasteel Polanen. Dit slot is in de Hoekse en Kabeljauwse twisten tot twee keer toe verwoest. De kerk en de toren aan het plein zijn in de 15e eeuw gebouwd. Aan de Herenstraat lag de 17e eeuwse buitenplaats Geerbron, gesticht door admiraal Anthoni Pieterson. Het eerste gemeentehuis is gebouwd in 1740 op het Kerkplein. Voor die tijd vergaderde het gemeentebestuur in een herberg. Op het plein stonden een viswaag en de dorpspomp. Hier konden de inwoners schoon water tappen en een praatje maken.
Wateringen
In de Romeinse tijd woonden er al mensen in Wateringen. Aan het Oosteinde zijn vier mijlpalen gevonden uit die periode. In de middeleeuwen woonden er boeren. Maar ook de belangrijke ridderfamilie Van de Wateringhe. De ridders zetelden in een kasteel, dat vervolgens een klooster en een buitenplaats werd, het huidige Hofpark.
Op de resten van de buitenplaats is de Hofboerderij gebouwd. Andere interessante gebouwen zijn de Hervormde Kerk, de korenmolen Windlust, het Raadhuis en de Sint Jan de Doperkerk. Samen vormen ze de historische kern van Wateringen. 20 jaar geleden werd een kwart van Wateringen door de stad Den Haag geconfisceerd: het Wateringse Veld.
Kwintsheul
Kwintsheul is in de vijftiende eeuw als gehucht ontstaan, op de kruising van de weg naar Naaldwijk en een vaarroute (De Holle Watering). Het dorp lag op het snijpunt van drie gemeenten: Naaldwijk, Monster en Wateringen. Hierdoor groeide het niet zo hard als andere dorpen. Op 1 juli 1957 wijzigden de grenzen in het Westland. Vanaf dat moment behoorde Kwintsheul in zijn geheel tot de gemeente Wateringen. Als dorp met een eigen parochie en een eigen groenteveiling kreeg Kwintsheul een bijzondere identiteit. Ondanks nieuwe woonwijken bestaat die nog steeds. De Andreaskerk en de Kastanjehof vormen het kloppend hart van Kwintsheul.
Honselersdijk
Honselersdijk is een dijkdorp, ontstaan langs een dijk die na twee grote overstromingen in de 12e eeuw werden aangelegd. In Honselersdijk lagen buitenplaatsen met siertuinen en grote boomgaarden. De oudste (v.a. 1620) en grootste buitenplaats was het Paleis Honselaarsdijk van prins Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Met maar liefst 140 hectare aan siertuinen en parken, oranjerie, fazanterie, menagerie, waterpartijen en jachtterreinen, kon het zich meten met de belangrijkste Europese paleizen. Ook latere Oranjes gebruikten het als buitenplaats, maar na de Franse tijd was het zo vervallen dat het vrijwel geheel gesloopt moest worden. Alleen een deel van het bijgebouw ‘De Nederhof’ is nog in Honselersdijk te zien.
Poeldijk
Door twee grote dijkdoorbraken in de 12e eeuw ontstond in het Westland een grote kreek met de naam ‘de Gantel’, genoemd naar een verdwenen oudere kreek van vóór de jaartelling. Om het zeewater te beteugelen, legden de bewoners dijken aan langs de kreek. Op één van die dijken ontstond het gehucht Poeldijk. De dijken werden toen nog niet loodrecht aangelegd, maar op de meeste geschikte ondergrond. Dat kronkelige patroon is nog goed te zien in de ligging van de Voorstraat, midden in het oude dorp.
De Poeldijkers waren echte pioniers. Aan het eind van de 19e eeuw teelden ze bollen en druiven onder glas. Ook richtten ze een groenteveiling op. Ze verdienden veel geld en bouwden prachtige villa’s. De Sint-Barthelomeüskerk is gebouwd in 1926 en wordt ook wel de ’kathedraal van het Westland’ genoemd. Als dekenale kerk heeft ze de hoogste toren van alle Westlandse kerken.
Ter Heijde
Aan de oever van de Heij ontstond in de 13e eeuw Ter Heijde. Door de stijging van de zee moest het dorp twee keer landinwaarts verplaatst worden. In 1928 was een groot deel van de huizen verkrot. De gemeente Monster besloot het hele dorp te vernieuwen. Alleen de kerk, het gasthuis en enkele woningen bleven staan.
In de Tweede Wereldoorlog lieten de Duitsers het dorp echter alweer afbreken als onderdeel van de aanleg van de Atlantikwall. Alleen de kerk bleef staan, en is daarmee het enige monument in dit voormalige vissersdorpje. In de vijftiger jaren is het dorp opnieuw opgebouwd. In Ter Heijde genieten ’s zomers veel mensen van de kust. In stormachtige wintermaanden liepen tientallen schepen op het Heijdse strand.
Maasdijk
Rond het jaar 1200 stonden in het Honderdland twee boerenhuisjes. Deze polder lag bij de monding van de Maas en de Lee, ten noorden van de Zeedijk. Vier eeuwen later werd aan de andere kant van dijk de Oranjepolder drooggemalen en werden acht boerderijen gebouwd. De bevolking van landarbeiders en kleine tuinders groeide. Zo ontstond bebouwing aan beide kanten van de Maasdijk.
Eerst was de Oranjepolder bezit van het Huis van Oranje-Nassau. Later kwam ze in handen van de adellijke familie Voombergh. In 1919 werd de polder eigendom van de inwoners. Vier jaar later werd de eerste straat aangelegd voor woningbouw: de Oranjestraat. Veel straatnamen verwijzen sindsdien naar de koninklijke familie.
Heenweg
Langs de Maasdijk lagen tot het jaar 1860 enkele boerderijen en wat dijkhuisjes van landarbieders. De omliggende dorpen lagen ver weg en de wegen waren slecht. Vooral in de winter waren de bewoners afgesloten van de buitenwereld. Door de ontginning van het Staelduin groeide de bevolking. Jonkheer A.J.A. van Rijckevorsel liet een sluis aanleggen onder de Maasdijk. Hij bouwde woningen voor zijn pachters en stichtte in 1872 de Sint Lambertuskerk. Ondanks de groei van de bevolking aan de Heenweg waren er weinig voorzieningen. Pas na de Tweede Wereldoorlog groeide Heenweg aan de noordzijde van de dijk uit tot de huidige omvang.
In Heenweg hebben we geen toeristische-recreatieve partners om naar te verwijzen.