Biologische gewasbescherming

foto: Shoot your shot media

Glastuinbouw thema 3: Biologische gewasbescherming

Er zijn heel veel beestjes, bacteriën en virussen die net als wij groot fan zijn van planten en bloemen. Zij beschadigen de plant en maken de bloemen ziek. Daar zijn wij dan weer geen fan van. Maar wat gaan we er aan doen?

Een teler is ook plantendokter

De belangrijkste bestrijder van ziekten en plagen is altijd de teler geweest. Hij loopt door de paden, voelt het blad, en ziet als eerste wanneer vijandige insecten, kwaadaardige virussen of schadelijke bacteriën voet aan grond in zijn gewas krijgen.

En als de teler dan zo’n ziekte of plaag constateerde, had hij vroeger een medicijnkast vol synthetische gewasbescherming om zijn gewas te redden. Dat gaat vandaag de dag anders en veel duurzamer, dankzij ontdekkingen en innovaties.

Bijvoorbeeld door juist insecten uit te zetten in de kas …

Bladluis bestrijden met een leger

Ziekten en plagen bestrijden doen telers tegenwoordig grotendeels met de natuur samen. Slimme teeltspecialisten bij innovatieve bedrijven hebben namelijk een hele goede oplossing gevonden tegen slechte insecten: hun natuurlijke vijanden.
Neem bijvoorbeeld bladluis. Dat beestje vreet het blad op en beschadigt de planten, waardoor de weerstand verminderd en het gewas vatbaard wordt voor virussen en bacteriën. Niet leuk!

Nu hebben teeltspecialisten dus ontdekt dat sluipwespen en telers dezelfde passie delen: bladluis verwijderen. Dus zetten telers nu sluipwespen uit in hun kas om bladluis te bestrijden. Sluipwespen schakelen bladluis uit, en beschadigen het gewas zelf niet.
Zo zijn er voor elk kwaadaardig insect, van trips tot witte vlieg, natuurlijke vijanden ontdekt. Telers kunnen deze goede insectenlegers verkrijgen via gespecialiseerde gewasbeschermingsbedrijven en zo hun kas biologisch schoon houden.

Biologische gewasbescherming

Dus als je naar de kassen in het Westland kijkt, dan groeien daar niet alleen de lekkerste groenten en de mooiste bloemen, maar zijn daar ook goede insecten aan het strijden tegen de slechte insecten. Elke teler zet diverse insectenlegers in om vijandige insectenlegers te verslaan.
Chemische gewasbescherming wordt steeds meer vervangen door biologische oplossingen. Gelukkig maar. Mens en natuur werken nauw samen aan duurzame teelt in de Westlandse kassen!

Sensoren, robots en AI

Nu is een kas natuurlijk uitstekend geschikt om ziekten en plagen te bestrijden met natuurlijke middelen. Hommels en sluipwespen blijven grotendeels in de afgesloten glazen ruimte. Bovendien kan technologie de mens en de goede insecten nog verder helpen.
Naast het oog van de teler, de eigenschappen van goede insecten is technologische innovatie de derde tak in duurzame gewasbescherming in de Westlandse kassen.

Nieuwe sensoren zorgen voor een nauwkeurig beeld van ziekten en plagen in het gewas. Een teler en zijn personeel lopen elke dag door de paden en zien het gewas, maar sensoren zien het gewas 24/7.

Scherper dan het oog van de teler

Behalve dag en nacht werken, zijn sensoren in combinatie met slimme software vaak zelfs scherper dan het oog van de teler. De technologie ziet ziekten en plagen veel eerder dan telers. Dat betekent dat de ziekte of plaag vaak nog in een beginfase zit en slechts in één of enkele planten voorkomt. Dat scheelt uiteindelijk veel werk in de gewasbescherming.

Tegenwoordig hangen moderne kassen in het Westland dus vol met sensoren, camera’s en rijden er zelfs robots rond met AI-modules die constant het gewas scannen.

Is dat een drone in de kas?

Sterker nog, er is zelfs een start-up uit het nabijgelegen Delft dat helpt met de bestrijding van motjes door ze uit te schakelen met kleine drones. Motjes maken rupsen en rupsen eten het gewas op. Dankzij de camera’s van PATS wordt elke mot ontdekt en uitgeschakeld met automatisch aangestuurde mini-drones.
Zo helpt technologie en software samen met de teler en de insecten om de kas vrij te houden van ziekten en plagen.

Voorkomen is beter dan …

Een laatste belangrijke ontwikkeling in de gewasbescherming is het preventief beschermen. Vroeger werd gewacht tot een ziekte of plaag daadwerkelijk aanwezig was in de kas voordat de teler met gewasbescherming in de weer ging. Tegenwoordig worden planten weerbaar gemaakt zodat ziekten en plagen veel minder kans hebben om zich te nestelen in de kas. Ook zul je in de meeste kassen hygiënekleding aan moeten trekken voordat je het gewas in stapt en wordt de kas tussen twee teelten door grondig gereinigd.

Westland hartje hommels

Overigens, nu we het toch over insecten in de kas hebben, er is nog een insect dat een belangrijke rol speelt in de Westlandse glastuinbouw. Dat insect is onze grootste vriend! Als je door een kas loopt met tomaten, komkommers, paprika’s of andere groenten, zie je vaak hommels vliegen. Deze hommels helpen de teler om de vruchten te bestuiven.

Vroeger liepen telers met een trilstok door de kas om op elk bloemetje te tikken en zo de tomatenbloemen te bestuiven. Tegenwoordig zet hij een schoenendoos met een hommelvolk in de kas die dat werk voor hem doet.

Natuur en mens werken samen

Hommels helpen de teler om te zorgen voor de lekkerste tomaten, komkommers en paprika, terwijl sluipwesten, insectenlegers, sensoren, robots en drones zorgen voor de bescherming. Zo kun je dus heel duurzaam en schoon telen, of het nu om groenten of om planten en bloemen gaat.